Gendergerelateerd geweld

Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen staat in voor het waarborgen en bevorderen van de gelijkheid tussen vrouwen en mannen. Eén van hun opdrachten daarbij betreft de strijd tegen gendergerelateerd geweld.

Ook zorgverleners kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de strijd tegen gendergerelateerd geweld zoals vrouwelijke genitale verminking, seksueel- of huiselijk geweld, met inbegrip van het daarbij gepaard gaande psychologisch geweld. Zij zijn immers vaak één van de weinigen die op de hoogte zijn van bepaalde situaties van gendergerelateerd geweld of deze hebben vastgesteld.

Uit officiële resultaten van het UN-MENAMAIS onderzoek naar een beter begrip van de mechanismes, aard, omvang en impact van seksueel geweld in België, blijkt dat wanneer slachtoffers het geweld onthullen, het vooral professionals uit de zorgsector, zijn die worden geraadpleegd. Bovendien blijkt uit meerdere wetenschappelijke onderzoeken dat slachtoffers wensen dat de zorgverlener hen, bij eventueel vermoeden van geweld, zelf over de situatie bevraagt.

Zorgverleners zijn soms echter terughoudend om in dergelijke situaties op te treden, bijvoorbeeld wegens het gebrek aan een passende opleiding of duidelijke richtlijnen. Het UN-MENAMAIS-onderzoek illustreert de handelingsverlegenheid die onder meer voortkomt uit de beperkte richtlijnen van de medische code van deontologie. Uit het onderzoek blijkt ook dat minder dan de helft van de artsen een specifieke hulpverlening aanbood aan hun laatste patiënt, slachtoffer van seksueel geweld.

Zelfs wanneer artsen deze maatschappelijke verantwoordelijkheid willen opnemen, rijzen er vele vragen over hoe het slachtoffer bij te staan. Ze worstelen met vragen als “Wat zijn de tekenen waar ik op moet letten? Wat kan ik doen als ik tekenen zie of vermoed van seksueel geweld, huiselijk geweld of genitale verminking? Welke zorg en advies kan ik het slachtoffer bieden? Wanneer rechtvaardigen signalen een ingrijpen van buitenaf? Hoe kan ik de relatie met het slachtoffer en diens familie zoveel mogelijk in stand houden terwijl ik hulp bied en, indien nodig, ingrijp om de veiligheid te waarborgen?”

Het Instituut en de Orde der artsen hebben, in samenwerking met prof. dr. Tom Goffin (UGent) drie handleidingen uitgewerkt om beroepsprofessionals te informeren over de stappen die ze, met oog voor hun deontologie, kunnen ondernemen om slachtoffers van gendergerelateerd geweld bij te staan. Deze handleidingen zetten de meldcodes betreffende ‘seksueel geweld’, ‘vrouwelijke genitale verminking’ en ‘huiselijk geweld’ om in een duidende tekst.

De handleidingen bieden een breder en praktijkgericht kader met diverse, concrete tips voor zorgverleners over hoe een gesprek met een vermoedelijk slachtoffer aan te knopen, hoe ze kunnen handelen binnen de grenzen van het beroepsgeheim, maar ook de instanties naar waar ze slachtoffers kunnen doorverwijzen, en nog veel meer. Op die manier trachten ze een antwoord te bieden op de verschillende vragen die zorgverleners zich kunnen stellen bij (potentiële) slachtoffers van geweld.

Meldcodes

Meldcode partnergeweld

Meldcode seksueel geweld

Meldcode vrouwelijke genitale verminking

Handleidingen

Handleiding: partnergeweld

Handleiding: seksueel geweld

Handleiding: vrouwelijke genitale verminking

 


  • WVVK